Nu de temperaturen al enkele dagen onder het vriespunt zijn gaan de harten van de ijszeilers harder kloppen. Op de Gouwzee, tussen Monnickendam en Marken hebben enkele ijszeilers zich verzameld in de hoop het ijs op te kunnen. Gert Jan Hageman is ‘hardgrondig hobbyist’ en fanatiek ijszeiler en vertelt over de sport.
Gitzwart ijs
“We hopen heel erg vanaf zaterdag te kunnen ijszeilen. Maar op dit moment staat er nog zoveel wind, tot wel 7 beaufort. Dan valt er gewoonweg niet te zeilen. IJszeilers dromen van black ice, prachtig zwart ijs. Niet teveel sneeuw, maar een paar centimeter is prima. Er moet flinke ijsplaat liggen, toch wel tien of twaalf centimeter. Dat was voor het laatst in 2013, maar dat was dan wel het vierde opeenvolgende jaar dat er gezeild kon worden in Nederland.”
IJszeilers dromen van prachtig zwart ijs.
Veel Nederlandse ijszeilers starten wedstrijden in het buitenland. “Van november tot in april wordt er veel in het buitenland geschaatst. Finland, Zweden, en dus soms ook in Nederland. Als ijszeiler moet je dus wel bereid zijn om te reizen.”
DN-klasse
Hageman zeilt bij de vereniging DN IJszeilen in de DN-klasse, een ijszeilboot waar sinds 1962 in wordt gezeild. “In de DN klasse lig je plat op je rug op een harde ondergrond. Ondertussen moet je je hoofd omhoog zien te houden om te zien waar je heen gaat, in je hand heb je slechts een schoot en een helmstok. Het is de meest oncomfortabele zeilboot die er is. Met vrij weinig wind kun je al een flinke snelheid maken, soms worden er wel snelheden tot 120 kilometer per uur gehaald. IJszeilen is een unieke ervaring, maar het heeft ook veel overeenkomsten met de normale zeilsport. Iedereen die iets van de wind begrijpt kan ook in een ijszeilboot uit de voeten.”
Iedere zeiler kan ook ijszeilen, het principe is hetzelfde
Volgens Hageman zouden meer zeilers het ijszeilen moeten omarmen. “Buiten het zeilseizoen om kun je fantastisch zeilen in een blokart of ijszeilboot. Op die manier wordt het seizoen voor zeilers een stuk langer en kun je ook in de winter genieten van het zeilen.”
Gouwzee
Over het ijszeilen op de Gouwzee tijdens deze vorstperiode is Hageman nog niet volledig overtuigd. “Het ijs is nog lang niet goed genoeg. Door de wind is het ijs van slechte kwaliteit, en er zijn een hoop gaswakken. Mocht het ijs verbeteren, wordt het al snel overspoeld door schaatsers. Als het zeilen wordt, dan wordt het zeilen met hindernissen. Er is waarschijnlijk geen manier waarop het op dit moment veilig en verantwoord kan.”